Het ene na het andere bericht over grensoverschrijdend gedrag komt in de media. Het houdt veel mensen bezig: Hoe kan het gebeuren ? Wie had dat nou gedacht ? En dan meteen ook de geruststellende gedachte: gelukkig is bij mij in de organisatie alles goed geregeld, we hebben beleid, we hebben een vertrouwenspersoon, wat wil je nog meer ? Als iemand last heeft van ongewenste omgangsvormen weet hij waar hij terecht kan.
Het klinkt goed, maar werkt het in de praktijk ook zo ?
Veiligheid op de werkvloer begint bij het gedrag van leidinggevenden. Zij moeten het goede voorbeeld geven, zij moeten ingrijpen bij signalen van ongewenste omgangsvormen en zij zijn degenen die het onderwerp bespreekbaar moeten maken in alle lagen van de organisatie. Niet één keer, maar steeds opnieuw.
Bij ongewenste omgangsvormen gaat het niet alleen om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Denk ook aan (verbale) agressie, intimidatie, pesten, discriminatie. Grote woorden, maar vaak gaat het om subtiel gedrag, zoals:
- Grapjes maken ten koste van een ander
- Vervelende opmerkingen of belachelijk maken
- Beledigen, schelden of vloeken
- Schreeuwen
- Openlijk terechtwijzen
- Negeren of sociaal isoleren/ buitensluiten
- Imiteren
- Gebaren maken
- Roddelen
- Kritiek uiten op iemands persoonlijke leven
Het is mede de taak van de leidinggevende om dit gedrag bespreekbaar te maken, en de deur open te zetten voor alle medewerkers die hier last van hebben. En daarbij: draag ook actief uit aan alle medewerkers dat ze altijd steun kunnen vragen bij de vertrouwenspersoon. Zorg dat de vertrouwenspersoon goed vindbaar is en geef duidelijkheid over de rol en de bereikbaarheid.
Samen maken we een mooie organisatie !